Het woonzorgcentrum
Rustig, maar toch een beetje zenuwachtig, sloft Staf rond de eikenhouten tafel. Af en toe steunt hij op de leuning van een stoel terwijl hij de schilderijen aan de muur bekijkt. Echte kunst was voor hen wel onbetaalbaar, maar deze werken uit het atelier van Martin Douven blijven voor hem nog steeds mooi. Terug in de salon laat hij zich zuchtend in zijn zetel zakken. Zo neemt hij weer even de tijd om rond te kijken. Hoe lang is dat hier al onveranderd?In de gang hangt een zeer speciaal werk, waar hij dikwijls voor blijft staan. Nu ook wil hij bij “de herder” herinneringen laten komen. Hoe dikwijls heeft hij het moment van aankoop niet terug beleefd? Zijn Stanske en hij zagen haar vader hierin afgebeeld, bruine pet op de grijze haren, pijp in de mond. Was dat niet dezelfde pijp als vaders favoriet? In de achtergrond een boerderijtje zoals er in de Kempen zoveel te vinden zijn. Het had wat gelijkenis met het ouderlijk huis, vonden ze toen. Staf zucht en schudt zijn hoofd, waar is de